tekst hier

Uitvoering Fair Practice Code vergt minimaal € 25 mln

 

De minimale meerkosten van het in praktijk brengen van de Fair Practice Code bedragen in totaal € 25,4 miljoen. Dat blijkt uit onderzoek dat Kunsten ’92 met steun van het ministerie van OCW heeft laten uitvoeren.

Om werknemers en zzp’ers in de kunstensector te honoreren volgens de Fair Practice Code is minimaal € 25,4 miljoen nodig (loonpeil 2021). Deze meerkosten bestaan voor iets minder dan de helft uit een compensatie voor onbetaald structureel overwerk en voor ruim de helft uit een compensatie voor tekortschietende beloning (ten opzichte van een bestaande cao of beloningsrichtlijn).

Daarnaast moet rekening worden gehouden met de indexering (loonstijging): om de beloning van werkenden in de culturele en creatieve sector gelijke tred te laten houden met de rest van de economie (2017-2021) is een bedrag van € 64,7 miljoen nodig.

Dat blijkt uit het onderzoek ‘Op weg naar het nieuwe normaal’ dat op 16 mei is aangeboden aan minister Ingrid van Engelshoven (OCW). Het rapport is in opdracht van Kunsten ’92 opgesteld door Paul Postma Marketing Consultancy en SiRM (Strategies in Regulated Markets).

Deel sector onderzocht

Het onderzoek is uitgevoerd in een aantal deelsectoren: meerjarig gesubsidieerde podiumkunsten (vier genres: theater, dans, muziektheater en muziek), alle middelgrote en grote musea, en alle presentatie-instellingen voor beeldende kunst. Bovendien betreft het dat deel van de culturele en creatieve sector waarvoor de rijksoverheid primair de financiële verantwoordelijkheid draagt. De berekende meerkosten gaan uit van de huidige omvang van de sector.

Uit het onderzoek komt naar voren dat het mogelijk is om met relatief kleine bedragen knelpunten bij vele kleinere instellingen al op korte termijn op te lossen. Hiervoor kunnen middelen uit het nog beschikbare budget (ca. € 28 miljoen van de € 80 miljoen van het regeerakkoord) worden aangewend.

Overige conclusies

Prijs- en loonkostenindexatie in de cultuursector dient gelijke tred te houden met de rest van de economie en moet daarom structureel jaarlijks toegekend worden. Fatsoenlijke beloning in de cultuursector is niet alleen de verantwoordelijkheid van de Rijksoverheid, maar evenzeer van provincies en gemeenten.

Opdracht aan het culturele veld is om oplossingen te zoeken binnen bestaande cao’s en richtlijnen, die voor verbetering vatbaar zijn. Waar cao’s en richtlijnen ontbreken zal de sector die zelf moeten ontwikkelen; hierin kunnen het veld en in het bijzonder de sociale partners hun verantwoordelijkheid nemen.

De personeelsopbouw binnen organisaties is ook een punt van aandacht voor de cultuursector: in het algemeen zijn de onderzochte deelsectoren buitengewoon sterk geflexibiliseerd.

In het onderzoek zijn verschillende sectoren nog buiten beschouwing gelaten, bijvoorbeeld de popsector. Daar moet nader onderzoek naar worden gedaan. Het benodigde bedrag voor eerlijke beloning in de gehele cultuursector zal dus nog hoger zijn.

Meer informatie

Lees hier het volledige rapport

Onder andere TrouwHet Financieele Dagblad, Nu.nl en NPO Radio 1 besteedden aandacht aan het onderzoek